Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts streed Abimelech tegen de stad dienzelven gansen dag, en nam de stad in, en doodde het volk, dat daarin was; en hij brak de stad af, en bezaaide haar met [68]zout. 68. Menende nu volkomenlijk te triomferen en niet denkende wat hij zelf verdiend had, doet hij dit uit hoogmoed, tot een teken dat Sichem eeuwiglijk onvruchtbaar, woest en onbewoond zou blijven, of tot een eeuwig gedenkteken van een voorbeeldige straf dezer rebellie. Vergelijk Num.18:19; Deut.29:23; 2 Kron.13:5; Zef.2:9. Maar dat Sichem naderhand bebouwd en bewoond is geweest, blijkt 1 Kon.12:1,25.